Als onderdeel van het leesbeleid is een leerlijn een belangrijk hulpmiddel om het leesonderwijs van een school te stroomlijnen en te zorgen voor een
graduele opbouw en samenhang over de verschillende leerjaren heen. Leerlijnen geven houvast aan leerkrachten door wat ze doen op vlak van lezen in een ruimer perspectief te plaatsen. De laatste jaren groeit het inzicht dat leerlijnen best zo helder en overzichtelijk mogelijk worden geformuleerd en voldoende flexibel moeten zijn.
Om in jullie school een sterke, overzichtelijke leerlijn voor begrijpend lezen uit te zetten, baseer je je niet alleen op de taalmethode. Je vertrekt vanuit relevante doelen in de
eindtermen
basisonderwijs en in het
leerplan: begrijpend leesdoelen en doelen die daar nauw mee verbonden zijn. Denk daarbij aan aspecten van zelfredzaamheid en aan informatiebronnen hanteren. Daarnaast raadplegen jullie uiteraard ook andere bronnen, bijvoorbeeld het wetenschappelijk eindrapport van de praktijkgerichte literatuurstudie die leidde tot de vijf sleutels voor een effectieve, eigentijdse leesdidactiek.
Op basis van een dergelijk breed beeld van begrijpend lezen en de moeilijkheden die de leerlingen ervaren bij begrijpend lezen overleggen jullie over een gezamenlijke aanpak en bouwen jullie samen een leerlijn op, met accenten per leerjaar of per graad. Het kernteam lezen neemt hierin het voortouw en betrekt het hele team op verschillende momenten in dit proces.
Praktijkvoorbeeld: leesstrategieën
Samen wordt een selectie gemaakt van efficiënte leesstrategieën en de aanpak ervan wordt grondig besproken. (Meer informatie hierover vind je
hier.) Dat zou kunnen leiden tot de volgende graduele opbouw doorheen de lagere school: in de eerste graad modelleert de leerkracht belangrijke leesstrategieën (o.a. ook tijdens voorlezen). Vervolgens oefenen de leerlingen in de tweede graad concrete leesstrategieën, die passen bij de leestekst en het leesdoel, expliciet in. In de derde graad zetten de leerlingen zoveel mogelijk zelf geschikte leesstrategieën in en daarover reflecteren ze gezamenlijk voor en/of na de leesopdracht. De aandacht voor leesstrategieën wordt in alle leerjaren doorgetrokken naar andere leergebieden waarin de leerlingen met teksten geconfronteerd worden.
Praktijkvoorbeeld: uitdagende teksten
Naast de afspraak om de leerlingen in alle leerjaren instructies in werkboeken en op werkbladen zoveel mogelijk zelf te laten lezen, neemt het team de gehanteerde teksten (uit de taalmethode) onder de loep. De leerkrachten gaan na of de leesteksten gevarieerd, interessant en moeilijk genoeg zijn voor de leerlingen. Bevat het leerlingenmateriaal voldoende langere teksten, zowel verhalen als informatieve teksten? (Meer informatie hierover lees je
hier.) Aan de hand van concrete voorbeelden onderzoekt het team of de tekstcomplexiteit voldoende stijgt met de leeftijd van de leerlingen, zodat de leerlingen steeds verder kunnen groeien op het vlak van begrijpend lezen. Op basis van de concrete bevindingen wordt het tekstaanbod aangepast en verruimd. De leerkrachten gaan bijvoorbeeld bewust op zoek naar interessante informatieve teksten om hun WO-thema's te verrijken of ze zoeken iets complexere, mooie verhalen ter vervanging van saaie, eenvoudige verhalen in de taalmethode.
De praktijkbrochure Sleutels voor effectief begrijpend lezen is gebaseerd op een uitgebreider wetenschappelijk rapport dat meer achtergrond geeft en aanvullende informatie kan bieden om het eigen leesbeleid vorm te geven.
Het rapport,
Effectieve, eigentijdse begrijpend leesdidactiek in het basisonderwijs, kan je hier downloaden.